Implantologie

Wat is een implantaat?

Een tandimplantaat is een kunstwortel die in het kaakbot wordt aangebracht. De meeste implantaten zijn van titanium gemaakt, er bestaan ook keramische implantaten. Van titanium is gebleken dat het bijzonder weefselvriendelijk is, zozeer zelfs dat botcellen tegen het metaal aan groeien. Keramische implantaten zijn ook zeer weefselvriendelijk maar breukgevoeliger dan titanium implantaten.

Implantaten zijn taps toelopend of cilindervormig en zijn meestal voorzien van een schroefdraad. Aan de binnenkant is het implantaat hol; ook hierin zit schroefdraad zodat er allerlei hulpmiddelen op geschroefd kunnen worden.
Tegenwoordig zijn implantaten aan de buitenkant ruw gemaakt of hebben een speciale coating om de oppervlakte te vergroten met het kaakbot. Wanneer er onvoldoende kaakbot is, kan worden besloten om het botvolume te vergroten. Dit kan op verschillende manieren, er wordt veelal gebruik gemaakt van lichaamseigen bot en soms wordt de combinatie gemaakt met humaan of dierlijk bot materiaal. In alle gevallen zijn DNA of eiwitten waar mensen allergisch voor kunnen zijn uit deze niet lichaamseigen materialen verwijderd. Deze kunnen zonder risico worden toegepast.

Wanneer plaatsen wij een implantaat?

In principe is het mogelijk om elke tand die verloren is gegaan te vervangen door een implantaat. In de praktijk blijkt echter dat dit lang niet altijd nodig is. Het is belangrijk om op strategische plaatsen implantaten te plaatsen die, net zoals op natuurlijke tanden en kiezen, kunnen worden voorzien van brugconstructies zodat er voldoende kauwvermogen verkregen wordt zonder elke tand of kies afzonderlijk te vervangen door een implantaat.

Eén-fase implantaten

Als er ruim voldoende bot is om een implantaat te plaatsen is het vaak mogelijk een implantaat te plaatsen die meteen met zijn hals door het tandvlees heen steekt of een implantaat te plaatsen dat wordt voorzien van een dopje (abutment) dat boven het tandvlees uit steekt.

Direct na de behandeling is het implantaat of het dopje op het implantaat dus al zichtbaar, een voordeel want er is geen tweede operatie nodig om het implantaat in een latere fase op te zoeken.

Nadat het implantaat is vastgegroeid kan er direct een scan of afdruk worden gemaakt voor een kroon of andere constructie.

Twee-fasen implantaten

Door ontstekingsprocessen of slechte wondgenezing is er veelal bot verloren gegaan en daardoor kan het soms noodzakelijk zijn een implantaat te plaatsen wat gecombineerd wordt met een botopbouw. Om infectie te voorkomen vanuit de mondholte wordt het implantaat onder het tandvlees aangebracht. Na vastgroeien van het implantaat wordt er een doorverbinding gemaakt met de mond, een zogenaamde abutment operatie. Dit is een eenvoudige en kleine ingreep waarbij soms om esthetische redenen het volume van het tandvlees kan worden vermeerderd. Na 3-4 weken kan de scan of afdruk worden gemaakt voor de vervolg behandeling.

In meer uitzonderlijke gevallen is het noodzakelijk het bot apart op te bouwen zonder dat er implantaten worden geplaatst. Na genezing is er vaak voldoende bot zodat er in één fase geïmplanteerd kan worden.

Tanden verloren

Als er één of meerdere tanden en/of kiezen verloren zijn gegaan, kunnen deze vervangen worden door implantaten. Na verwijdering van een tand of kies en schoonmaken van de extractiewond wordt er 8-12 weken gewacht. In deze periode wordt er een bloedstolsel gevormd, komen er stamcellen naar het gebied en wordt er weer jong bot gevormd. Hierna vindt er evaluatie plaats van het botvolume.

Nu wordt bepaald of het plaatsen van het implantaat met of zonder botvermeerdering plaats kan vinden.

De genezingsperiode varieert van 2,5 – 6 maanden.